Die dreigend donkerre nacht
DIE DREIGEND DONKERE NACHT
Het was een donkere maanloze nacht
we liepen in de dreigend stille duinen
We deelden het eenzaam fluisterzacht;
als klonk ’t ruisen van dennenkruinen
We voelden het gevaar dat er dreigde
klemmend naderde die angstige sfeer
Waardoor ieder naar vluchten neigde;
’t latent onheil voerde ons naar afkeer
Geen nacht was hierna stiller dan toen
geen nacht was daarna ooit zo duister
Jouw lippen vroegen mijn innige zoen
zoals bleek uit jouw zachte gefluister
‘t Onbekende onheil naderde gezwind
stap na stap zweefde het almaar dichter
‘t Naderde als gedragen door de wind
‘t omdraaien viel ons derhalve lichter
Het was een donkere maanloze nacht
we ijlden uit de dreigend stille duinen
We hebben het onheil niet afgewacht;
zoek ’t gevaar niet ga ik rondbazuinen
26-3-2018
Ton Rijkers
Zie ook: http://www.ansentonrijkers.nl
Schrijver: Ton Rijkers, 26 maart 2018
Geplaatst in de categorie: emoties