Als een blinde huilt
Hij staat voor de schuifdeuren van verdriet
open …dicht ….open … dicht ….open…dicht
de tocht is warm, het deert hem niet
Vroom en Dreesmann zelf sturen hem niet weg
open …dicht ….open … dicht ….open…dicht
het ruikt naar ciabatta met parmaham, als lunchbeleg
“hoe gaat het?” vraag ik en duw twee euro in zijn hand
open …dicht ….open … dicht ….open…dicht
de zonnebril veert op , hij doet en stapje aan de kant
zijn gezicht betrekt in een vage glimlach
open …dicht ….open … dicht ….open…dicht
hij antwoord:” morgen…is elke dag!”
het handvat van zijn blindenstok is grijs versleten
open …dicht ….open … dicht ….open…dicht
dat stapje naar de kant, precies uitgemeten
krampachtig laat hij mijn hand niet gaan
open …dicht ….open … dicht ….open…dicht
vanonder zijn zonnebril loopt een traan
“morgen kan de pleuris krijgen”
open …dicht ….open … dicht ….open…dicht
heft zijn stok, maar het lijkt (in mijn ogen) niet op dreigen
“ of ik nu nier ben , dan wel dood
ik zou het echt niet weten
hoe liefde voelt
ook dat ben ik vergeten
de jaren hier zijn koud
mijn wereld is van binnen grijs
ik ben niet jong maar ook niet oud
wil niet leven maar ook niet verder
en hij die mij de blindheid gaf is mijn herder?”
met de zonnebril inmiddels in zijn hand
stak hij huilend een sigaret in brand
en voelde waar ik was gaan staan
kneep krachtig in mijn arm
ik liet hem al troostend begaan
open …dicht ….open … dicht ….open…dicht
daar stond hij, zo heel fragiel
en leefde niet meer in het licht
alleen een blinde huilt vanuit zijn ziel
open …dicht ….open … dicht.
Geplaatst in de categorie: verdriet