In aantocht
Toen ik vannacht het licht uit wilde doen
Hoorde ik opeens een oude en roestige
Eend knarsende tot stilstand komen
Het had me niet verbaasd, want als
Gedachten krachten zijn, dan had dat
Heel gemakkelijk kunnen gebeuren
Ik zou de deur al hebben opengemaakt
Nog voor hij aan had kunnen bellen
En ongehinderd zou ik zijn droef
Gezicht zachtjes in mijn handen nemen
En op zijn wang, vlak naast mijn hand,
Zou ik een lichte kus hebben gedrukt
Ik zou hem binnenloodsen, en dat
Alles zonder woorden, alsof ik wist
Dat hij in aantocht was
Dan zou ik fluisteren: je tandenborstel
Ligt al klaar, en hij zou lachend zeggen
Je hebt me dus verwacht
We zouden samen slapen in mijn smalle
Bed, stil huid aan huid, mijn armen om
Zijn tenger lijf geslagen
We zouden niet meer spreken over al
Hetgeen er mis ging, want dat zou de
Pret opnieuw bederven
We zouden dromen van een lange, lange
Nacht en van een niet-bestaand
Ochtendgloren
Geplaatst in de categorie: liefde