Angela
Zij had de gang van een bezetene,
badplaats, midden februari:
zo schijnbaar onbedacht
'Ben ik iets kwijt? Nee, daar...'
snelde zij langs halfverholen
eet- en drinkgelegenheden.
Een vreselijk dunne man
hield haar staande met plotseling
geheven brauwen.
Om hem direct op zijn gemak te stellen
had zij een horloge moeten dragen
en niet gedreven moeten zijn.
Vechtlust: '...ik ben het maar.'
In het schaars bemande
plaatselijke hospitaal
kon hij niet meer dan telkens
haar naam fluisteren
en wist niemand wat zij wist:
Wie - het liefst terstond -
een goed geneesheer nodig had.
-------------------------------------------------
Uit: 'Het wasgoed van een onbekende jongen', 1999.
Inzender: sf, 8 december 2005
Geplaatst in de categorie: individu