NOCTURNE
De maan roeit brandend
langs 't wolkenrif,
en 't bos is paars:
vergiftigd. -
Poel en half open pad
vol hete bramen,
fel en rond
in geur.
De vlakte, een fletse ruiker
en de lippen droog;
sterren vallen
als dauw.
Gestalten jagen woest:
saters in horden;
en hun grijze adem
is zichtbaar.
Nimfen, bloemwit
met groene haren
vluchten in 't bos,
hijgend,
In de nevel de syrinx
en op onze mond,
week en dartel:
Pans fluit. -
----------------------
uit: De boog (1917).
Inzender: P.F., 12 maart 2016
Geplaatst in de categorie: mystiek