Usselo, herbezocht
De hemelen glimlachten toen
altijddurend als de glimlach
van de Mona Lisa; onder de wegwijzers
en hun gerechtige arm blonk
de spiegeling van lantarens
in de poel met boomstammen,
en altijd was ’t de bloeitijd
van de distels, lasteraars leven
hier niet, sprak het hooiland;
later staken ze de weg neer;
zoete moederkoek van de daken,
polsstokken kruisten hamerstelen;
harde houten neuzen van wagens
besnuffelen het bos, zwepen
doorvlogen de wolk bij de zuring,
en ’t stof dooft de zomer
als vroeger in de onweersdagen
toen Usselo, keizerrijk op een kar
voorbijratelde in zon en regen;
snel flitsten de wielen en hoger
dan de vliegen en vogels vlogen
spatten de zonnestralen uiteen
op de voerlui en dennennaalden,
jij lieflijk goudstof van weleer
----------------------------------
uit: 'Onder bladerkronen', 2010.
Inzender: vdv, 25 april 2012
Geplaatst in de categorie: woonoord