De overlevende
Wanneer mijn vader sterft, laat mij dan staan
Vereenzaamd als een treurboom in 'n plantsoen
Gesmukt met 't teerste, avondlijkste groen,
Bijna bebloesemd, sneeuwwit aangedaan.
Bijna een bruid, boven de sponde waar
Sinds kort mijn moeder ook een toevlucht vond;
En ruisende hernieuw ik 't oud verbond
Met mijn diepst neergebogen treurgebaar.
Zo, treurend, zou ik willen sterven ook.
Maar hoe te sterven, zo ver boven hen?
Erbarm u mijner, treurboom die ik ben,
Gedoemd te bloeien onder de stadsrook,
In 't tweeslachtig plantsoen, geen stad, geen land,
Dalend als sneeuw en stijgend als de bruid
Boven mijn vaders dode handen uit
In deze aarzellichte tussenstand.
Inzender: D.D., 10 juni 2011
Geplaatst in de categorie: overlijden