Tuin
Van aarde ben ik en de kleur
van een seizoen. Omsloten door de hagen
en het huis vorm ik een buffer tussen weg
en thuis. Men graaft in mij en dekt me
toe, snoeit waar ik te uitbundig doe, een pad
is krappe oversteek naar wegen waar ik niet
van weet; mijn rand is daar slechts
mee gemoeid. Geblinddoekt door de heggen
en het huis, voed ik de luizen op
de rozenstruik, laat vogels vliegen
van mijn vingertoppen, de egel scharrelt
in de schemer langs mijn huid. Ik ben
hun stek, lig steevast op mijn plek, geneuk
van mieren op m'n buik.
--------------------------------------
uit: 'Een dunne duurzaamheid', 1999.
Inzender: pvdh, 28 november 2020
Geplaatst in de categorie: woonoord