De ark
In de verbeelding komen ze. Gearmd.
Over de loopplank. En schikken
zich. Een stil rumoer van benen
over benen. Zwart water klopt aan ramen.
Ze hadden het over jou, een dikke warme
zomer lang. Twee tuinen verder. Hikkend
van de lach wierp één haar bal. Op hun tenen
stonden ze. Bij de heg. Knisperend kwamen
ze, zeldzame dieren, kwamen door de heg gekropen
de Kleine Ademdief, de Rode Pantoffelloper
de Muis Met Vlek, de Bonte Tuimelaar,
de Dochteren Israëls, de zusjes Koorevaar.
----------------------------------------
uit: 'Al het aardsch geluk', 1995.
Inzender: kb, 27 november 2018
Geplaatst in de categorie: verhuizen