de lucht was stil en gelijkend
in ieder woord dat ik uitsprak
in de golven
de duinen, ooit zacht
gekust
waren het er duizend
nog meer dan het dichten zelf
of was ik slechts in verbazing
om de vleugels
plotseling moe
je zei me waarheen
en de vogel, meerduidig, stierf
onopgemerkt…
In eenzaamheid
van winter
breekt licht
in donkerraam
raap ik scherven
van mijn spiegelbeeld
en wentel
in pas gevallen sneeuw
woorden ademen
kristallucht
ogen volgen
de laatste vogel in wintervlucht…