wanneer ik me vastbind
aan de wind, zing ik
je naam en alles wat ik voel
ik schrijf je neer in ‘t gras,
de lucht en de bomen
op het eerste lenteblad en
zonnevuren rozen
en de liefde zo oud als de aarde
drink ik bij bloemen en blauwe vlinders
wanneer dauw de ochtend ontvangt
als een minnaar, door zomer bewogen
ach, mag ik het leven…
Licht tipte zand, ogen bogen
en het strand raakte bedolven
onder een lange adem, de oceaan
een nachtsonate van geruis
en wij keerden op onze schreden
over gouden duinen, wuivende palmen
indrukken achterlatend
later dwaalden vingers
tussen schouder en blad
een levensloop van stiltewoorden.…