Vreemd pizzicato van verre gitaren,
Hoorden we buiten reeds de vogels zingen -
De zon kwam door de kieren van de zware
Gordijnen in de stille kamer dringen.
Maar ons gezicht en alle dingen hingen
Nog in 't vermoeide licht der kandelaren -
En tussen ons, als grote spoken, gingen
Waanzin van woorden, wanhoop van gebaren.
Dit was het…
Geesten vechten beneden,
wachten nog maar willen boven
komen en me ombrengen. De
maan schijnt geel buiten, bege-
leid door een wolf die lacht en
z'n valse witte tanden ontbloot.
Ik spring in een boek en blijf
in het verhaal. Duik er in onder.
menselijkheid in t boek kalmeert
me enigszins. Is wat ik zoek.…
grote slag eten we gehakt
gekscherende de schedel afgezet en in de jonge schoten
gezet gelijk de geest met de broek open
en we stromen vol bier dat schuimt op de lippen
denken er niet aan een brief te schrijven naar moeder
naar heeroom naar de kardinaal generaal geen kettingbrief
op kringlooppapier waarin woorden ons doodsteken
in de rug ons ombrengen…