In Amsterdam is Hugo overleden
De ouwe heer van Jelle en van Aaf
Als Stoker en Piet Grijs was hij niet braaf
En ooit voor Elco Brinkman te omstreden
Maar taalliefhebbers maakte Battus blij
Met Opperlandse woordenspelerij…
In een tuin vol meerstemmig vogellied
groeit het meisje op, dat door deze tonen
in het schone rijk der muzen mag wonen,
van mensen- en dierenklankenspel geniet.
Haar gave rijst bescheiden, doch taant niet,
ontvangt de eer op het klavier te tronen:
tere vingers maken storm in boomkronen
of zacht zingende zucht uit wuivend riet.
Ze bereist…
Met elke strofe vangt aan een prelude
In 't vingertoppenstrelen der beminden
Die ook spiritueel elkaar lief vinden
Ononderbroken spelend hun etude
Hun woordeloze vrije minnekozen
Wil 't liefste doorgaan tot
in 't eindeloze...…