de takken grijpen als heksenhanden
naar jagend wolkengebroed
naakt en ontbladerd glimmend,
de regen gutst, miezert en plenst
deze tijd van het najaar
doet mij, meer dan ooit,
verlangen naar de lente…
Ik zal jouw gedicht begraven
in de grote ego-kist
als je hem alleen kunt dragen
heb ik mij in jou vergist
met flarden van de buitenkant
is nooit een kern beschreven
gemanicuurde heksenhand
door ledigheid gedreven
grotesk gewauwel over kleuren
die jouw zilte ziel ontbeert
leidt ons blind door open deuren
waar het ik-tijdperk…