klokken kleppen door heuvels van heimwee
en wind van verlangen vangt hemels parfum
spraakloze taal strooit stilte naar binnen
spreekt luider dan orgel of daver van drum
zou ik vergeten, bergen van Sion
hoe vrede in brede almen zijn weiden uitspreidt
op Salem 's flanken waar banken staan in het licht
waar kabbel van kreken tot drinken…
Winterlicht vreet de wijde heuvel
almaar kaler, buizerds zweven over
de grafstenen in de vruchtbare grond
die eeuwenlang olijfbomen droeg
De zielen zijn elders, waar Israƫl
hen brengt, de resten vergaan
in zwarte doeken, om als eerste mensen
de nieuwe wereld te betreden op de dag
dat de poort van erbarmen opengaat
Want daarvoor hebben…
wie ben je op die foto
als je hart bitter weent om
het kind op je schoot
omzwachteld in gebroken wit
laat het prille leven niet gaan
nu wanhoop uit de hemel stort
begraaf het kind niet in haar laatste slaap
we willen het wiegen in onze armen
in het open veld
onder de zwarte hemel
in het hoge gras zullen we
naar de sterren kijken…