o, mooie Achterhoek
met lommerrijke lanen
tussen het tere beukengroen
valt zacht het zomerlicht
kastelen en havezaten
mijmeren wat melancholiek
over voorbije eeuwen
met rijtuig en kales
op het keibestrate kerkplein
is nog steeds de weekmarkt…
ontmoette in
het eerste lichten
samen kijken naar de
wederzijdse vergezichten
nam je hand
naar duinen en de zee
proefden de golven
ze namen ons zo mee
we zomerden
in zacht rivierenland
naast wielen en de wagens
de molens van de havezate
durfde je hand niet meer
te vragen omdat de zon oprecht
te helder scheen maar weet
van nu ben…
ik kasteel
met vele torens
ben geen heer op afstand
mijn havezate biedt veel meer
slot mijn gracht
alleen de ophaalbrug
is altijd open
voor elke warme gast
we openhaarden
in zacht en stil gemak
waar vlammen spelen en
zonder rook emoties stelen
ik laat je gaan
kom meteen achter je aan
want in de hoogste kamer van
de toren wordt…
doorreis in de lage waterlanden
Op Hartjesdag zien ze de Paardenmarkt
De negentiende van de maand augustus
Een beiaardier vangt aan te preluderen
Vlak voor het klokkenluiden van de noen
Hij beurt hiervoor wel zeshonderd florijnen
Meer pietermannen dan haar zang vermag
Vervolgens togen zij naar 'n hereboer
Zijn huis een vorstelijke havezate…