inloggen

biografie: Joost van den Vondel

1587 - 1679

Joost van den Vondel (Keulen 1587 - Amsterdam 1679), dichter en toneelschrijver

Van den Vondel is één van de grootste Nederlandse auteurs. Hij is naast Hooft de coryfee van de Nederlandse letterkunde der 17e eeuw.

De doopsgezinde ouders van Vondel vluchtten uit angst voor de contra-reformatie uit Antwerpen en vestigden zich na een verblijf in Keulen in 1597 in Amsterdam.

Vondel nam na zijn huwelijk met Maria de Wolff (1610) de kousenhandel van zijn vader over. Hij  had toen al contact met  de literaire wereld in Amsterdam. In 1606 trad hij toe tot de rederijkerskamer ‘Het Wit Lavendel’ en hij sloot vriendschap met o.a. P.C. Hooft en Hugo de Groot.

In 1610 schreef Vondel zijn eerste toneelstuk, ‘Het Pascha ofte de Verlossinge Israels uit Egypten’. De bijbelse stof, die aan de basis van dit werk ligt, beheerste een groot deel van Vondels werken. Andere inspiratiebronnen waren de politieke actualiteit en de literatuur van de klassieke oudheid.

De lyriek van Vondel bestaat onder meer uit hekelende gelegenheidsgedichten. Zo schreef hij tijdens het Twaalfjarig Bestand o.a. het bijtende ‘Geusevesper’ (1618) als protest tegen de terechtstelling van Johan van Oldebarnevelt. Tegen de godsdienstige onderdrukking door Maurits schreef hij o.a. het ‘Decretum horribile’ (1631).

In zijn werk was in het begin van de jaren 1630 een keerpunt merkbaar: hij schreef minder hekeldichten, zijn stukken werden milder van toon en hij schreef autobiografisch geïnspireerde gedichten. De beste zijn ongetwijfeld de dodenklachten over zijn overleden familieleden: ‘Kinderlyck’ (1635) over zijn zoontje, ‘Lyckklaght aan het Vrouwekoor, over het verlies van mijn eega’ (1635) en later ‘Uitvaert van Maria van den Vondel’ (1668) over zijn kleindochter.

De toneelspelen die Vondel na 1632 schreef, werden technisch steeds beter en leunden inhoudelijk steeds meer op de leer van het katholieke geloof. Deze verschuiving blijkt duidelijk uit zijn toneelstuk ‘Gijsbrecht van Aemstel’ (1637). Hoogtepunten uit zijn oeuvre zijn toneelspelen Lucifer’ (1654) en ‘Adam in Ballingschap’ (1664). In zijn toneelwerk trachtte hij zijn theoretische opvattingen over het drama te verwerken.  Als overtuigd humanist dweepte Vondel met de grootsheid van de klassieke oudheid. Hij vertaalde en bewerkte verscheidene werken van onder meer Euripides, Ovidius, Seneca, Sophocles en Vergilius. Op theoretisch vlak schreef hij o.a. de befaamde ‘Aenleidinge ter Nederduytsche dichtkunst’ (in ‘Poezij’, 1650).

Hij ging de laatste jaren van zijn leven  gebukt onder het faillisement van zijn kousenhandel maar vooral onder de vele sterfgevallen in zijn familie. 


Inzendingen van deze schrijver

45 resultaten.

OP MIJN SCHILDERIJ

poëzie
3.0 met 10 stemmen aantal keer bekeken 4.843
toen Govert Flinck mij uitschilderde in het jaar 1653 Ik sluit vandaag een ring van zesmaal ellef jaren, en zie mijn hoofd besneeuwd en tel mijn grijze haren ook zonder glazen oog in deze schilderij. En nog ontvonkt mijn hart in lust tot poëzij, terwijl ik Lucifer zijn treurrol leer...

KERSTLIED

poëzie
3.0 met 54 stemmen aantal keer bekeken 6.970
O wat zon is komen dalen In de Maagdelijke schoot! Zie hoe schijnt ze met haar stralen Alle glanzen doof en dood. Ai, hoe schijnt dit hemels kind, Aller zielen licht en hoeder, Zon en maan en sterren blind, Uit de schoot der zuiv're moeder! Eng’len, daal van ’t Paradijs: Zing de...

WILDZANG

poëzie
3.0 met 29 stemmen aantal keer bekeken 7.665
Op de Hofstede van ‘De Hinlopens’, buiten Naarden. --------------------------------------------------- Wat zong het vrolijk vogelkijn, Dat in de boomgaard zat! Hoe heerlijk blinkt de zonneschijn van rijkdom en van schat! Hoe ruist de koelte in ’t eiken hout, En vers gesproten...

HET STOKSKE van Joan van Oldebarnevelt, vader des vaderlands

poëzie
3.0 met 78 stemmen aantal keer bekeken 10.080
Mijn wens behoede u onverrot, O STOK en stut, die geen verrader, Maar ’s vrijdoms stut en Hollands Vader Gestut hebt op dat wreed schavot; Toen hij voor ’t bloedig zwaard most knielen, Veroordeeld, als een Seneca, Door Nero's haat en ongena, Tot droefenis der...

Op de Vijf Zinnen

poëzie
3.0 met 24 stemmen aantal keer bekeken 6.442
’t Misbruik der zinnen werkt in ’t einde pijn en smart, Doch ’t redelijk gebruik vernoegt des mensen hart; Dat ’s aardse zaligheid. Wie wenst hier groter goed, Als, in ’t gezonde lijf, een gans vernoegd gemoed? HET GEZICHT. De blinde, die weleer aanschouwde ’t lieve licht, Kan...

Doodshoofd (1643)

poëzie
4.0 met 68 stemmen aantal keer bekeken 4.269
Arme mens! wat zijt gij trots? Ziet gij ’t zwaard niet opgeheven Van de strenge Engel Gods, Dreigende u de slag te geven? Schat noch rijkdom kan u niet Van een snelle Dood bevrijden, Die gij voor uw ogen ziet, In dees droeve en vege tijden. Nu u God nog leven...

OP HET UITMALEN VAN ’T HAARLEMMER MEER

poëzie
3.0 met 12 stemmen aantal keer bekeken 3.946
Aan de Leeuw van Holland. Aº. 1642 Uitheemse vijanden te zitten in de veren, Te slingeren de staart groothartig over zee, Is ijdel, als uw long, geslagen aan het teren, Inwendig vast vergaat en gij met hartewee Zo deerlijk zucht en kucht en loost bij hele brokken Het rottend ingewand te...

laat zestig winters

poëzie
3.0 met 24 stemmen aantal keer bekeken 7.288
P.C. Hooft begroet zijn vriend Vos(sius) door woorden van Vondel te citeren: 'laat zestig winters vrij dat Vossenhoofd besneeuwen, nog grijzer is het brein, dan 't grijze haar op 't hoofd, dat brein draagt heugnis van meer dan vijftig eeuwen, en al haar de wetenschap, in boeken...

GESPREK OP HET GRAF VAN WIJLEN DE HERE JOHAN VAN OLDENBARNEVELT

poëzie
3.0 met 26 stemmen aantal keer bekeken 4.353
Vreemdeling Kerkgalm Vr. Wie luistren om de vraag eens vreemdelings te horen? K. Oren. Vr. Wie stopt ‘s Lands Voorspraak hier de mond met deze steen? K. Eén. Vr. Mauritius? Wat kon de Landvoogd dus verstoren? K. Toren. Vr. Zo heeft hij om verraad hem ‘t leven...

Gebed, uitgestort tot God, over mijn gedurig kwijnende ziekte

poëzie
4.0 met 24 stemmen aantal keer bekeken 3.991
Gij die de ziekte kweekt en doet haar weer verdwijnen, aanziet een Christen-hart, belegerd door veel pijnen. O Vader alles troosts! Gij weet en ik beken, dat ik een aarden vat en broos van stoffe ben. Aanziet de zwakheid dan van uwen arme dichter, mijn rauwe wonden zalft en maakt mijn kwalen...

ZOMERMAAND

poëzie
3.0 met 25 stemmen aantal keer bekeken 8.937
Bedaagde Zomermaand, men laat geen schaap verlegen; Indien het gaat vermast, zo neem het op uw schoot: Maar scheert gij ’t om de wol, zo scheer het niet te bloot, En was het wit als sneeuw, dat u de Hemel zegen’. Drijf, vroeg en spa, de kudde in ’t veld, en naar het hok: Zij loont u met...

Beekzang aan Katharine

poëzie
3.0 met 30 stemmen aantal keer bekeken 10.147
Wijker Bijtje, die bij ’t Beekje Nestelt, en geeft menig steekje Die uw honig komt te dicht; Wakker Nimfje, die zo klaartjes Met uw oogjes op de blaartjes Flikkert, blikkert, straalt, en licht; Zeg mij, meisje, die zo netjes Poezelachtig zijt, en vetjes, Levend, helder, wel gedaan; Waar...

Schouwburg-rijmen

poëzie
2.0 met 21 stemmen aantal keer bekeken 5.636
Aº 1637 I. (OPSCHRIFT VAN BUITEN) De wereld is een schouwtoneel, Elk speelt zijn rol en krijgt zijn deel. II. Geen kind de schouwburg lastig zij, Tabakspijp, bierkan, snoeperij, Noch generlei baldadigheid; Wie anders doet, wordt uitgeleid. III. Toneelspel kwam in ’t licht tot...

Stabat Mater

poëzie
3.0 met 16 stemmen aantal keer bekeken 4.632
Jezus’ nat bekreten moeder Stond bij 't kruis, waar ons Behoeder, Haar beminde zoon, aan hing; En haar docht, terwijl ze steende, Hem betreurde en drukkig weende, Dat een zwaard door 't harte ging. Och! hoe drukkig, hoe vol rouwe Was die zegenrijkste vrouwe, Moeder van Gods...

Op ons weeshuis

poëzie
3.0 met 22 stemmen aantal keer bekeken 4.660
Hier treurt het weeskind met geduld, Dat arm is, zonder zijne schuld, En in zijn armoe moet vergaan, Indien gij 't weigert bij te staan. Zo gij gezegend zijt van God, Vertroost ons met uw overschot.

AAN DE BEURS VAN AMSTERDAM

poëzie
4.0 met 5 stemmen aantal keer bekeken 1.885
Doorluchtig koopslot, meesterstuk Van KEIZER, die ons Koopgeluk Aan uw gerief zo dier verplichte, Wat geest heeft uwe naam bedocht? Spruit die van ’t veld, dat Dido kocht, Toen zij haar hof en Koopstad stichtte? Of heeft de Beurs die naam Gebaard, De Beurs, die ’t geld met zorg...

Op ons Weeshuis

poëzie
3.0 met 3 stemmen aantal keer bekeken 945
Hier treurt het Weeskind met geduld, Dat arm, is zonder zijne schuld, En in zijn armoe moet vergaan, Indien gij 't weigert bij te staan. Zo gij gezegend zijt van God, Vertroost ons uit uw overschot.

Op mijne afbeeldinge in het klein door Filips de Koning

poëzie
4.0 met 4 stemmen aantal keer bekeken 896
Zo schildert mij een Konings hand In 't klein, terwijl ik 's Konings snaren, En heilig harpgezang, en trant Vast volge, in top van 's levens jaren, Eén min dan zeventig. Wat is 't? Noch min dan verf, een damp, een mist. 1664

Laudate Dominum in Sanctis.

poëzie
3.0 met 7 stemmen aantal keer bekeken 1.028
Loof de Heer in ’s Hemels kerk, Boven ’t zwerk. Loof Hem in Zijn hofgewelf. Loof Hem zelf Met een schel bazuingeklank. Loof met zang, Onder harp en cythersnaar Openbaar. Loof met koorgezang en trom, Hem alom. Loof de Heer met blij geluid, Snaar en fluit. Loof met klinkende...

Ander.

poëzie
2.0 met 5 stemmen aantal keer bekeken 2.245
Koridon. Koom hier, o goelijk meisje. Gij ziet de velden groenen. Vergun me slechts een reisje, Dat ik uw mond mag zoenen, En uw wangen, uit lust en verlangen. Ay koom wat nader: Want uwe moeder en was niet vroeder. Zij kuste vader. De duiven trekkebekken. De dieren in de...

Op het verongelukken van doctor Roscius *

poëzie
3.0 met 15 stemmen aantal keer bekeken 4.704
Zijn bruid t’omhelzen in een beemd, bezaaid met rozen, Of in het zachte dons, is geen bewijs van trouw; Maar springende in een meer, waar ’t water stremt van kou En op de lippen vriest, zich te verroekelozen, Dat ’s van twee uitersten het uiterste gekozen: Gelijk mijn Roscius,...

Waar bleef de zwaan?

poëzie
3.0 met 10 stemmen aantal keer bekeken 5.928
Zou het al zinken en vergaan, Waar bleef de zwaan? Waar bleef de zwaan, De zwaan, dat vrolijke waterdier, Nooit zat van kussen? Geen waatren blussen Haar minnevier. ’t Lust haar te nestlen op de vloed, Zij kweekt de gloed, Zij kweekt de gloed Met hare vrolijke wederga, En kipt hare...

Op Amstelredam

poëzie
4.0 met 13 stemmen aantal keer bekeken 4.945
Het IJ en d'Amstel voeren de hoofdstad van Europe, Gekroond tot Keizerin, des nabuurs steun en hope, Amstelredam, die 't hoofd verheft aan 's hemels as, En schiet, op Pluto's borst, haar wortels door 't moeras. Wat waatren worden niet beschaduwd van haar zeilen? Op welke markten gaat zij...

NU BRUIDEGOM

poëzie
3.0 met 13 stemmen aantal keer bekeken 6.430
EVA: Nu bruidegom, zijt gerust. ‘k Versta wel wat de wet zeit, En beter dan gij meent. Wat stoort uw nauwgezetheid Zich om een appelbeet? dit ’s louter bijgeloof. ADAM: Helaas, wat hoor ik nu! och, waar ik stom, en doof, En blind: ontbrak het mij aan ogen, en aan oren, Zo zoude ik in die...

Sluit voor Begeerte uw graag gezicht

poëzie
3.0 met 10 stemmen aantal keer bekeken 4.719
REI VAN ENGELEN Sluit voor Begeerte uw graag gezicht; Zij loert, zij loert om in te varen. Sluit d’ogen, vensters van het licht, Indien gij wilt uw hart bewaren; Want zo Begeerte eens binnen sluipt, Zij zal bederf en jammer baren, Dat eeuwig smert, en eeuwig druipt.- De...

Credo

poëzie
3.0 met 6 stemmen aantal keer bekeken 5.654
Ik stut de hoop van mijn gemoed Met mijn geloof in God de Vader, Almachtig en volkomen goed, Die hemel, aarde en zee te gader Hun wezen gaf. Ik rust meteen Op Jesus, boven zijn genoten Gezalfd, des Vaders Zoon alleen, Van eeuwigheid uit Hem gesproten, Ons aller Priester, Vorst en Heer En...

OP JONKVROUW ISABELLE LE BLON

poëzie
3.0 met 11 stemmen aantal keer bekeken 4.104
(Overleden de 28 van Zomermaand 1636) Hier sluimert Isabel le Blon, Die, als een roosje met de zon, Blijgeestig op haar steeltje stond, En riep met een bedauwde mond: Wat is de schoonheid? wat 's de roem Der jongheid anders als een bloem? Dit was haar eerste en laatste leer, Toen zweeg ze...

OP DE DOORLUCHTIGE ZEGE VAN GRONINGEN

poëzie
4.0 met 15 stemmen aantal keer bekeken 5.198
Anno 1672 Alias inter caput extulit urbes (Haar hoofd steek boven dat der andere steden uit) O, Groningen, pilaar en hoofdstad van de Friezen! Vanwaar begint men best t’ ontvouwen uwe lof? Uw bouwheer Grunus moet u tot zijn wijk verkiezen, Zo vroeg vóór Christus’ komste, en...

Grafdicht op Jonkvrouw Isabelle le Blon

poëzie
4.0 met 15 stemmen aantal keer bekeken 4.035
Wie hoor ik op mijn graf? Gij minnaars gaat er af. Wat koomt gij rouwe dragen En mijne dood beklagen? Ai, staakt uw droef gesteen*: Schep moed, en wees tevreên, En wens mij niet op aarde Bij u te zijn in waarde. De wereld die is doch Vol valsheid en bedrog. De mens leeft met bezwaren Om...
Meer van deze schrijver...