het hert staat roerloos
peilloos bij het meer
dat verstilt de lucht
vangt in haar loomte
maar schijn bedriegt
en in de vlucht
struikelt de dood
over haar voeten
een rimpel
en peilloos is
het meer
weer
verlegen als de lucht…
als god
de god is
van weleer
en meer
nog van de tijd
die komt
dan lijdt
geen twijfel
dat - verd...! -
hij ook mijn
god is
en nog meer
mijn schepper van weleer…
Buigt het riet niet
voor de wind
keert de stroom niet
op zijn schreden
valt de zee niet
uit de lucht?
Gaat de morgen niet
trug naar heden
klinkt dan straks niet
als een zucht
of de zon niet
drop of dronder
is dan huiswaarts niet
ook mijn klucht?…