Karl Marx: " Alle bezit is diefstal"
Die uitspraak was een brug of wat te ver,
maar verdient eigenlijk nog steeds met ster
de hoofdprijs voor: te zeggen hoe het zit
met het ontstaan van rijkdom en bezit
in een enkele zin - (volgens de man
met als oplossing de klasse strijd, dan).
Hij zag het puur van de arbeiderskant.
Zij alleen brengen rijkdom in het land:
door met hand en hart te produceren,
met mateloze vlijt, converteren
ze werk in waarde. Dat ze zo’n klein deel
zelf incasseren, is nóg actueel.
Arbeiders hebben, georganiseerd
in bedrijven, waarin geïnvesteerd
wat zij eerder aan waarde creëerden
(nu hèt kapitaal) en wat zij leerden
(know-how) – een veelvoud gerealiseerd
van wat totaal als loon werd uitgekeerd.
Marx wilde met terugwerkende kracht
de koek hèrverdelen en ook de macht
aan het volk geven. En door de Partij
werd dat ook quasi-werkelijkheid bij
communistische systemen, nadat
daar de Partij de Baas vervangen had.
Maar die leiding werd snel een dictatuur,
doodde haar strijders van het eerste uur,
faalde in haar economisch systeem
en bleek een reus op voeten van leem.
Zo verging het arbeidersparadijs
en velen zagen daarin het bewijs
dat slechts het kapitalistisch systeem
de oplossing is van het probleem
mensen welvaart te brengen: vrije markt
economie, waar ieder binnenharkt
wat hij kan, met ook nog een goede kans,
op de jack-pot – in theorie, althans.
Geplaatst in de categorie: economie