Dollemansrit
Ik rij langs de kust van Den Helder naar Callantsoog,
de zon verzinkt in zee die schittert als een schaal vol
diamanten, vele tinten oranje aan de hemel maken het
land van de meeuwen bijna abstract.
Mensen hebben haast, onderweg zijn is hun doel, het
leven is een gebeurtenis, een levenslange dollemansrit,
als we geluk hebben mogen we aan het eind van de rit
een paar jaar uitvieren, onze wonden likken, daar blijft
het bij, want de tijd zal ze niet meer kunnen helen.
In onze jonge jaren gestimuleerd door “het gezag” tot ‘n
grootse carriere en grote toekomst, begreep ik later hoe
hoe de wereld in elkaar stak: de kudde op de werkvloer en
ongetelde wolven er om heen, dat ik dat niet eerder zag.
Ik ben moe, zoek een plek waar de tijd stilstaat, parkeer
In de berm van de tijd en zie het misleide werkvolk aan
mij voorbij gaan naar later, waar hun beloning wacht,
maar er is helemaal geen later, weet ik nu.
Stoffelijke rijkdom kan morgen verstoven of gestolen zijn;
levensgeluk de geestelijke rijkdom wordt niet ontvreemd,
de enige echte graal; gelukkig is de mens die het geluk
onder controle heeft, gewoon zaait en oogst in zijn ziel.
Dat ik nog in redelijke gezondheid leef is gezien m’n oude
levensstijl meer geluk dan wijsheid, veel vrienden aardiger
dan ik, stierven relatief jong, dat is niet eerlijk, maar dat
is de wereld ook niet; eigenlijk heb dus ik niets te klagen.
Te horen aan de klokkentoren is er in het dorp weer een
horige als ik geboren, prooi voor ‘t roversnest, het houdt
nooit op; m’n accu wordt slechter, op een morgen als
niemand er op rekent, is hij leeg en lig ik stiller dan ‘n ding.
Inzender: Janneke Koster Baas, 13 juni 2010
Geplaatst in de categorie: maatschappij