het eerste lentelicht omhelst mijn gepijnigde bomen
pelt ijskorsten, laag voor laag
het verkilde hars in mijn bloed gaat stromen
schuchter nog en traag
dit is vasteland na een lange vlucht
terug van eindeloos
ik ruik de ontwaakte lucht
hoewel nog broos…
Wit berijmde bomen
daken van huizen
het gazon met glinsterende
Pareltjes bezaaid
grachten en beken met
een dikke ijskorst bedekt
de winterhemel helder wit
scherpt de maansikkel
om harder met de vrieskou door te gaan
wonderlijk mooi ; een witte kersttuin!…
Van op de grond der zee reikhalzend stijgen
en snakken naar de lucht, het licht, het leven,
en aan der wanhoop ijskorst blijven kleven:
daar aâmloos tussen leven, sterven hijgen ....
'k Ben droef te moede als een, de borst vol tranen,
met 't naar gevoel van nimmermeer te wenen ....
April 1888…