inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1859 - 1881

poëzie (nr. 199):

Iris (fragment)

Ik ben geboren uit zonnegloren
En een zucht van de ziedende zee,
Die omhoog is gestegen, op wieken van regen,
Gezwollen van wanhoop en wee.

Mijn gewaad is doorweven met parels, die beven
Als dauw aan de roos, die ontlook,
Wen de Dagbruid zich baadt en voor 't schuchter gelaat
Een waaier van vlammen ontplook.

( --------------------------------------------------------- )

Ik ben geboren uit zonnegloren
En een vochtige zucht van de zee,
Die omhoog is gestegen, op wieken van regen,
Gezwollen van 't wereldse wee. -

Mij is gemeenzaam, wie even eenzaam
Het leven verlangende slijt
En die in tranen zijn Vreugde zag tanen...
Doch liefelijk lacht, als hij lijdt!' -

Gedichten (1882)

Schrijver: Jacques Perk
Inzender: Olav, 9 maart 2003


Geplaatst in de categorie: natuur

3.0 met 38 stemmen aantal keer bekeken 5.859

Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
Karel
Datum:
6 maart 2008
Volgens de dbnl ofte wel de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (www.dbnl.org/tekst/perk003frws01_01/p erk003frws01_01_0009.htm#a129) betekent "ontplook" in deze context "opende, ontplooide".
Naam:
L.J.Bonhof
Datum:
24 mei 2007
Ik zoek al heel lang naar de betekenis van het woord "ontplook" in de achtste regel van Iris. Weet u het antwoord?

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)