inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1863-1923

poëzie (nr. 117):

Middernacht

I
Langzaam galmen
Twalef slagen,
Door de kalme
Beemd gedragen,
Als een gillende
Kreet van smarte,
Plots omtrillende
't Brekend harte!...

II
En voor Jezus' outer
Nijgt de nonne neer.
Heure lippen lisplen,
Purperloos en flets,
Bij 't nauw-hoorbaar wisplen
Woorden des gebeds:
'Uwe liefde louter'
Mijne ziele, o, Heer!'

Als een zilveren lelie straalt
De maan, door geen wolkje gedoofd,
En heur klare schijnsel daalt
Op het diep-gebogen hoofd.

Zachtekens, zachtkens slingeren
Hare slanke vingeren
Heure rozenkrans,
En elke parel fonkelt,
Wen 't bidsnoer krinkelend kronkelt,
Met een matte glans.

Terwijl in des outers schaûw,
Gelig-bleek en flauw,
't Kaarske schijnt,
En walmt... en kwijnt...

III
'Engelenscharen
Zweven omhoog,
Tot aan de luchten
Wolkenboog.

Harpe na harpe
Herhale 't lied,
Dat steeds naar hoger
Sferen vliedt!

Leliën zijgen
Alom, alom,
Kondend de komst
Van de Bruidegom.

Engelenwieken
Beuren u teer;
Kom, o, daal neder!
Kom, o, mijn Heer!

Prang aan de boezem
Uw dienares;
Dat 'k aan Uw lippen
Kussend me less'!

Zalig verrukken!
Hemels genot!
Kom, o, daal neder,
Mijn God, mijn God!'

IV
En de galmen
Der leste slagen
Weg door de kalme
Beemd gedragen,
Zijn als een gillende
Kreet van smart,
Onttrillende...
Aan 't gebroken hart!...

Schrijver: Louis Couperus
Inzender: Zuster G., 21 september 2002


Geplaatst in de categorie: religie

3.0 met 30 stemmen aantal keer bekeken 8.670

Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
mark aarts
Datum:
11 maart 2003
Email:
aarts5721hetnet.nl
kei gaaf vind ik

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)