Rimbaud in Marseille
Na een pijnlijke reis vanuit Roche,
waar zijn moeder hem geen blik waardig gunde
en zij liever pronkte met een oude broche,
dan weer geconfronteerd met zijn onkunde,
leed hij nog het meest door haar afgewende ogen
en niet zozeer door de kanker in zijn lijf en botten,
waar hij zich veel minder door voelde bedrogen,
maar wel door haar 'wat kan mij jou nog verrotten!'.
Zijn trouwe zus Isabelle bleef hem zeer nabij
en zij troostte hem daar in dat ziekenhuis,
'Ik verlang ver weg te zijn!', smeekte hij,
'bij mama was het immers nooit echt pluis!'.
Isabelle kuste hem teder op zijn voorhoofd,
waaruit de mooiste gedichten zijn ontsprongen,
inmiddels zwaar door de morfine verdoofd,
weet hij niet meer dat hij zo mooi heeft gezongen.
In zijn linkerooghoek ziet hij Paul Verlaine
en zegt hij: 'Wat doet die engerd hier!,
die wilde me vermoorden en dat zonder gêne,
kijk!, hij schiet opnieuw en vertrekt geen spier!'.
Het liefste wilde hij terug naar Afrika,
weer handelen en ploeteren onder de hete zon,
maar ondanks zijn power kwam de dood hem te na
en werd ook hij overmeesterd, zonder pardon.
Zijn restanten liggen in de aarde van Charleville,
de stad die hij tot op het bot gehaat heeft,
waar hij vocht tegen de braverikken, die arme ziel,
en waar hij zich desondanks ten volle heeft uitgeleefd.
Zijn roem is wereldwijd boven die stad uitgestegen,
zijn laatste adem in Marseille was de genadeslag,
het is belachelijk om een ereburgerschap te overwegen,
het beeld van zijn omgekeerde pijp wint iedere dag.
Geplaatst in de categorie: idool