De dwaas spreekt
er is een reden waarom ik doe alsof ik niet bibber
evenzo dat het lijkt of ik stroef in pak sta
terwijl mijn hart ritselt als een populier
en mijn botten krakken
gelijk aan on-ingesmeerde scharnieren
weet je, ik vroeg mij eindeloos af
waarom gedichten toch steeds korter
lijken te woorden, terwijl het binnenin mij
zinnen waait en ik probeer om alles
tot één gebonden gerecht te komen
daardoor de plank compleet mis sla
misschien is het een soort koorts
ik voel het ook wanneer ik jou zie
je warmte smelt mij
werkelijk
zo snel, sneller dan ik mij vast kan klampen
aan de jaarringen van mijn spreken
mijn tong slaat mijn lippen strak
en dubbel liggen mijn wegen om een fatsoenlijk
gesprek te voeren, waardoor ik alleen lijk te stamelen
als een onopgevoed of goed gesocialiseerd kind
ja, je schoonheid verblind mij zo cliché
zij slaat het rad radeloos
fout na fout in de spelling
en jij, jij corrigeert mij onbevangen
beschrijft één vel blanco papier opnieuw en opnieuw
en ja, wanneer ik binnen jouw iris stap
verdwaal ik in jouw stem, de klanken slaan de snaren
de melodieën komen vrij
en mijn god de bijbel is er niets bij
de kast om mijn lijf springt uit zijn voegen
splinters worden balken, de vloeren worden gelegd
en jij wandelt over de velden in hartslag
jouw bloed is mijn lijm, geen kant of zijlijn
nee, ik kan je niet voorbij
hou mij aan en beboet me voor mij part
of haal een spellingscontrole over mij heen
liever nog, beteugel mijn geschrijf
opdat het geschreeuw fluisteren wordt
Geplaatst in de categorie: vrijheid