inloggen
voeg je netgedicht toe

Netgedichten

netgedicht (nr. 11.809):

ALIQUANTULUM

Kwam hij maar
op melkenstijd de hekken
openmaken,
gaf hij maar een teken
van leven in het voorbijgaan.

De hitte
maakt mij onbekwaam
tot enig goed.
Geen wolkje boven zee
ter grootte van een hand.

Hij sprak,
de stille in den lande,
het brood een zegen.
Heimelijk had hij lief
tot aan de Doodsjordaan.

De dichteres
verschrompelt in haar toren
aan de rivier.
Wie schenkt nog vreugdeolie
of speelt nog onder haar raam?

Alles ronkt –
de mensen de grasmaaier
de ventilator.
Ik maak korte metten
en even wordt het stil.

Haarfijn
doe ik de tweede persoon
uit de doeken.
Zij keek mij aan
alsof ik Chinees sprak.

Men verricht
het ochtendlijk gebed
terwijl men richt
op hen die raketten
en gebeden richten.



ZONNELEEN
De episoden van Amos 2006.29

Schrijver: Abel Staring, 20 juli 2006


Geplaatst in de categorie: haiku

2.0 met 2 stemmen aantal keer bekeken 514

Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
Abel Staring
Datum:
2 augustus 2006
"Doodsjordaan" betekent hier zoiets als de Styx, de rivier die je na je dood moet oversteken. Het woord maakt deel uit van de zogenaamde tale Kanaans, het jargon van het reformatorisch volksdeel waaruit ik stam.
Naam:
Jeroen Zwaal
Datum:
20 juli 2006
Email:
reageermeergmail.com
Tjee mooi hoor om te lezen, wellicht omdat ik het te letterlijk neem; was eergisteren bij de Dode Zee (Doodsjordaan?) samen met iemand (de dichteres?)en heb haar enorm teleurgesteld in haar verwachtingen. Hmmm beetje bizar wel. Mooi die contradictie in het laatste couplet, dat is hier inderdaad overal te zien, te voelen en te merken.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)