2052
Met een grijze baard tot op mijn heupen
waggel ik wat in mijn boshut rond.
Ik kook een soepje van bospaddestoelen,
peterselie, lavas en kikkerbillen.
Ik heb het allemaal meegemaakt; het einde
van de oliediefstal, electriciteit en
schaliegasgestuntel. De overstroming van
Zeeland, Noord- en Zuid-Holland en de
herinvoering van primitieve overlevings-
strategieën. De aardbeving, die de provincie
Groningen totaal heeft weggevaagd, herinner
ik me als de dag van gisteren. De NAM nam
geen enkele verantwoording, want de NAM ging
eveneens ten onder. De groepen mensen rondom
mijn simpele boshut beschouwen mij als een
oude, wijze sjamaan en dagelijks geef ik
noodlijdende stumperds opbouwend advies.
Mijn zelf gestookte alcoholbrouwsels
smaken absoluut niet, maar het heilzame
effect is vermaard tot in de verre omstreken.
Onbruikbare laptops liggen zij aan zij als
dakpannen op mijn nederige woonverblijf.
We leven weer als Neanderthalers en we zijn
gelukkiger dan ooit, in harmonie met de
natuur, de dieren en de elementen. Niemand
is meer opgefokt en iedereen is helemaal
in Zen, zonder krampachtig oefeningen te
moeten doen. Gedichten worden oraal geuit,
terwijl wij knabbelen op gekookte bieten.
Terwijl ik op mijn 87-ste als een Simon
Vinkenoog weer aan de hasj ben gegaan, lig
ik flink hallucinerend mijn einde af te
wachten in een bedstede van stro en leem,
terwijl mollen tegen mijn rug stoten.
Geplaatst in de categorie: milieu