De boom die 'vader' heette
een mooie, grote, stoere eik
staat aan de eeuwenoude dijk
in de lente met duizenden knoppen
die popelen om uit de tak te ontspruiten
en zomers: dan kun je het bloeien niet stoppen
weelderig blad, het is niet te stuiten
de herfst, guur en koud
maar stram staat de eik
geteisterd door regen en wind aan de dijk
de wind waait, de storm oogst de bladeren roodbruin
takken die zwiepen
het kraakt in zijn kruin
de storm raast, zweept over het land
de eik legt zich
door brute kracht overmand
neer, hij gaat neer
te oud en te zwak
hij kan niet meer
een reus is gevallen
door wind, storm en regen
het is afgelopen
geen mens houdt dat tegen
winter
stil, ongenaakbaar
overdekt met sneeuw, ijs en rotte bladeren
ligt daar de eik, dor en dood
aan die heel oude dijk
lente
een takje, een ent
baant zich een weg uit de grond
vlak naast de eik
op de plek waar hij stond
vader
de dood bestaat niet
jij blijft leven
in ons mens-zijn
in onze geest
jij bent onze eik
die zelfs de winterse dood overleeft
je bloeit voort, altijd weer
jij bent als de eik
die stond- en weer staat
aan die heel oude dijk
Geplaatst in de categorie: ouders