Op weg naar Darmstadt
We reden langs het Darmkanaal,
gut wat een lucht gaf dat,
de ventilator schee eruit,
op weg naar Darmstadt.
Maar dat kon ons niet bommen,
we waren stoer en jong en lui.
Ik droeg mijn gele sweater,
jij je gebreide bruine trui.
De avond viel, het zicht was slecht,
de weg glibberig en glad.
Donderwolken pakten samen
op de weg naar Darmstadt.
De bui zagen wij al hangen
met kilometers nog te gaan,
monotoon geraas van banden
op de Duitse autobahn.
Heidelberg, Ladenburg
en door naar Heppenheim.
De ruitenwissers maakten overuren.
Je vroeg: "hoever zou het nog zijn?"
We hadden de borden net gehad:
26 kilometer tot aan Darmstadt.
Het weer werd er niet beter op,
vette strepen op de ruit,
een houten bibs van het lange zitten,
ik hield het niet meer zolang uit.
Ook de honger die ging knagen,
ik vroeg: "lust je een banaan?"
Je had er wel oren naar:
"die zal wel naar binnen gaan".
Plots een kuil en toen een knal,
een grote plas op de weg
door de zware regenval.
Je trapte hard op de rem,
maar de slip werd ons fataal,
we gleden langzaam van de weg af,
zo in het Darmkanaal.
Tot onze nek toe in de shit,
een rit als dit was niet normaal.
Hoe had het zo toch kunnen lopen?
Wij waren twee verzopen, stoere jongelui.
Ik had een bruine sweater,
jij een gebreide bruine trui.
Inzender: El capstok, 23 november 2004
Geplaatst in de categorie: verkeer