GETIJLOZE MAANDEN
Stil glanst de hemel
boven een zee, die wild kookt,
brullend springt en schuimt:
potvissen willen liefde,
strijden genadeloos hard.
een boomblaadje waait
door takken, over vijvers,
geeft zich aan het lot,
gelijk de parachutist,
die boven vreemde grond zweeft.
Het fabrieksgrasveld
is gemaaid, keurig effen.
Maar - die enkele
pollen vol spitse puntjes
geven talloze vragen...
Het tere speenkruid
bloeit krachtig en vergaat snel
tussen de wortels
van de oude, zwakke boom,
die -levensmoe- blijft bestaan.
In de stadstuinen
bloeien veel krentenboompjes.
We gaan naar het bos,
zoeken heel lang, overal,
één zo'n witte bloesemkruin.
Door de pijnbomen
waait zachte wind vol reislust,
trekt suizend verder,
komt dan weer, blijft steeds dwalen
in die wiegende kruinen.
Geplaatst in de categorie: haiku