Koekoek
Wat kan een koekoek meer dan een mus,
hij roept steeds koekoek, maar klaart nooit een klus.
Hij bouwt geen nest, doet flink z'n best niets te presteren,
komt er iets vrij, legt hij z'n ei er heel gauw bij.
En hij roept koekoek, 'k heb 't weer voor elkaar,
ik ben weer, koekoek, klaar voor een jaar,
geen torenvalk of slome alk kan daaraan tippen,
ik heb geen last, mijn jong wordt vast goed op gevoed.
Het koekoeksjong heeft altijd trek,
zet telkens weer een grote bek
en staat voortdurend om hapjes te springen.
De jongen van de distelvink
die denken 'wat een flinke bink,
ons broertje zal later heel goed kunnen zingen'.
Maar hij roept koekoek, meer kan hij niet,
vindt zijn gekoekoek een schitterend lied.
Hij maakt kabaal, 't is een schandaal, niet te aanhoren,
de nachtegaal en wielewaal gaan aan de haal.
Het was genant, zeer irritant
en hoegenaamd niet meer plezant
die arrogantie in het bos te verdragen.
Men ving de vogel met een stok
en bouwde vlug een koekoeksklok,
men moet sindsdien naar het uur niet meer vragen.
En hij roept koekoek, koekoek, koekoek...
Geplaatst in de categorie: humor