Zes jaar heb ik u wekelijks belaagd
met wat mijn spotzucht uit mijn pen deed vloeien;
het was plezant om met de taal te stoeien,
door ritme, rijm en deadline uitgedaagd.
Wie ’t leuk vond, en wiens dag ik soms verpestte:
u allen wens ik hier het allerbeste.…
is er anders
dan weemoed onzekerheid
ijdele hoop en wanhoop
vroeg ik mijzelf af
verzonken in gedachten
toen haastig aangeschoven
om een tijd te wachten
ongeduldig in een rij
ik haar opeens zag
midden in de hema
ik rende van die kassa
langs wenkbrauwen
bij de pasta en het kindergoed
ze keek licht geschokt daarna blij
bij mijn aankomst…
In 't henen gaan
Viel hun zijn spotzucht nog eens aan,
En zette een lange neus.
Hij gilde 's anderdaags al weer:
'De wolf!' Maar niemand kwam er meer
Ter hulpe van de knaap;
Men zei: ''t Is Piet, de logenaar.'
En dood gebeten lag hij daar,
Met menig arme schaap.…
eerlijk zijn zonder gestolen zwijgen
het is nu voorbij - zijn voorbeeld
schaadde hun beeld van wat kan en is
niet licht en open maar donkere nis
wat hij leek zijn spel is nu uitgespeeld
hersenen knarsen het ruist in zijn hoofd
praatjes voor de vaak in de vlucht vooruit
kan echt niet meer van de weeromstuit
distantie dient te breken spotzucht…
gegeven de schrijnende jenners
die rust'loos joelend fokken
om soortgelijk broedsel te lokken
krenkend de likkende penners
ontremd vaak veel in steden
waar ze in ‘n mum verstieren
wat penners in jaren versieren
voor burgers die leden en beden
om waarheid in woordspinsel
gelaarsde kat en roodkapje
blauwbaard in bessenpapje
mossen bossen…
Spotzucht en laster, alles verspilt zich;
Jesus regeert!
Hij is ons gistren, —. heden, — in eeuwigheid,
Een Rots, een Heiland; nimmer begeeft Hij ons.
Werelden, liegtvrij! Jesus komt weder;
Waarheid met Hem.…