Nu onze dagen zijn geteld
in het bittere vooruitzicht
blijft alles wat je hebt verteld
verstenen in het tijdsgewricht
zielsbesef in krijt gehouwen
uit steile wanden van de rots
teken van fossiel vertrouwen
gebeiteld met genade Gods
wat wij in het leven zochten
verglijdt van bergen in een stroom
eeuwig met elkaar vervlochten
in oude wortels…
overwinnen
haar vleugels strekken en opnieuw beginnen
en zij wil heus wel buiten spelen
al zal zij raakbaar zijn en bang
zij kan best over bergen kijken
vanuit de hoogte is haar blikveld wijds
ze leest zijn woorden wel en hoort zijn lied
maar dichtbij wordt haar blik versperd door levensgrote stalagmiet
in contrapunten opgedeeld
haar zielsbesef…